Belgisch voorzitterschap van de EU: vergadering van de Directeurs-Generaal over stedelijke aangelegenheden

Op 26 juni verzamelde Perspective de Directeurs-Generaal over Stedelijke Aangelegenheden (DGUM) van alle lidstaten, partnerlanden, EU-instellingen en partnerorganisaties bij elkaar om gedachten uit te wisselen over stedelijk beleid. Deze intergouvernementele bijeenkomst wordt om de zes maanden gehouden en heeft als doel om beslissingen te nemen over de uitvoering van de Stedelijke Agenda voor de Europese Unie.

Deze vergadering betekende het slotevenement van het Belgische voorzitterschap over stedelijk beleid. Het was de gelegenheid om de conclusies van het voorzitterschap te presenteren over de drie prioriteiten van de afgelopen zes maanden.

Voortzetting van de implementatie van de Stedelijke Agenda voor de EU

Onder dit voorzitterschap kwamen de Directeurs-generaal over stedelijke aangelegenheden (DGUM) overeen om twee nieuwe partnerschappen te starten over de volgende onderwerpen: 

• Watergevoelige stad
• Decarbonisatie van gebouwen: geïntegreerde renovatieprogramma's en lokale verwarmings- en koelingsplannen

Het thema 'compacte steden' werd gekozen voor nieuw een partnerschap dat gelanceerd zal worden (waarschijnlijk in 2025).

Erkenning van het belang van een plaatsgebonden benadering, ruimtelijke ordening en grootstedelijk bestuur als middelen om de toekomstige stedelijke uitdagingen aan te pakken

Stadsplanning is geen Europese bevoegdheid. Toch wees het voorzitterschap erop dat Europese regelgeving en beleid steeds vaker een directe invloed hebben op landgebruik en stadsplanning. Opdat nieuwe Europese regels hun doel bereiken en goed worden geïmplementeerd, benadrukte het voorzitterschap dat het belangrijk is om vanaf de eerste ontwerpfasen van deze regelgeving rekening te houden met de stedelijke uitdagingen en de specifieke kenmerken van steden. 

In dat verband liet Perspective een onderzoek uitvoeren naar het effect van EU-regelgeving en -beleid op het landgebruik in steden. Het onderzoeksrapport formuleert vijf belangrijke aanbevelingen om het Europese niveau en stadsplanning beter op elkaar af te stemmen.

Het Belgische voorzitterschap heeft beslist om de eerste aanbeveling onmiddellijk uit te voeren, namelijk het zorgen voor voldoende ruimte voor informatie en uitwisseling over EU-regelgeving die gevolgen heeft voor landgebruik, ruimtelijke ordening en stedelijke ontwikkeling in de intergouvernementele samenwerking inzake stedelijke aangelegenheden.  

Tijdens de DGUM-vergadering presenteerde een vertegenwoordiger van de Europese Commissie daarom het nieuwe EU-beleid inzake bodemgebruik en stadsplanning.

Erkenning van de oproep van steden voor een ambitieus Europees stedelijk beleid voor 2024-2029

Deel uitmakend van dit voorzitterschap werkte Perspective aan de ‘Verklaring van Brussel van de Europese burgemeesters’. Dit is het resultaat van een co-creatieproces waarbij veel Europese steden en stedelijke belanghebbenden betrokken waren.  

Tot op heden hebben 170 burgemeesters deze verklaring ondertekend, waarin ze oproepen tot een ambitieus Europees stedelijk beleid en zes aanbevelingen doen aan de Europese instellingen voor het EU-mandaat 2024-2029. 

De vorming van een nieuw Europees parlement is het goede moment om het belang te benadrukken van het systematisch betrekken van steden en burgemeesters op Europees niveau.